donderdag 26 april 2012

Hardloopcolumn (31)

De incourante afstanden
De Katloop in Kollum (NL) over 14 kilometer, de VEZI-Lauf in Neukamperfehn (D) over 5,3 en 10,6 kilometer, de Frühlingslauf in Badbergen (D) over 9,5 kilometer, de Hunebedloop in Havelte (NL) over 15,2 kilometer, een 4,7 kilometer cross in Den Ham (NL). Het zijn allemaal wedstrijden over, in mijn ogen, incourante afstanden. De courante afstanden zijn de 5, de 10 en de 15 kilometer, alsmede de 10 EM , de halve en de hele marathon. De meeste lopers willen vergelijkingsmateriaal, willen zien of ze in de laatste weken, maanden vooruit zijn gegaan. Zij meten die vooruitgang af aan de tijden die zij scoren op de courante afstanden. Als iemand zegt dat hij 45 minuten op de 10 kilometer heeft gelopen, is het direct duidelijk hoe hij gelopen heeft. Als diezelfde loper zegt dat hij in Neukamperfehn 48 minuten heeft gelopen op de 10,6 kilometer, dan moet er vaak eerst gerekend worden hoe snel dat dan wel op de 10 kilometer zou zijn geweest. Gelijke incourante afstanden komen ook niet zo vaak voor. In Jemgum (D) heeft men een 5,3 kilometerwedstrijd. Een daar gelopen tijd zou men kunnen vergelijken met die in Neukamperfehn (D), maar dat is dan ook een toevalligheid. De vraag is, waarom men een wedstrijd met een incourante afstand organiseert. Waarom niet een courante afstand? Het kan zijn dat het organisatorisch niet mogelijk is een parcours iets langer te maken of in te korten, zodat men toch op een courante afstand uitkomt. Heel vaak heb ik echter gezien dat deze mogelijkheid er wel degelijk was en waarom dan het parcours niet aanpassen? Voor mij blijft dat een raadsel!