vrijdag 3 oktober 2014

Connemarathon in Ierland

Startplaats HM
Connemara

"Het is 7 april 2013. De gehele dag heb ik eraan moeten denken. Het is de dag van de "Connemara-marathon" , een wedstrijd voor ultralopers (63,3 km), marathonlopers (42,2 km) en halve marathon-lopers (21,1 km). Deze wedstrijd, die mij zo tot de verbeelding spreekt, wordt gehouden in het westen van Ierland, in de Connemara. Voor mij geen ultraloop of marathon, maar een halve marathon lopen door één van de mooiste gebieden van Ierland, dat is nog steeds mijn vurige wens".

Tot zover de aanvang van mijn hardloopcolumn 68 over de Connemara (zie linkerkolom van deze site). Op internet kwam ik onlangs het volgende verslag uit 2006 tegen over deze mooie marathon:


Connemarathon: ruige heuvels, fraaie vergezichten, stenen muurtjes en veel schapen

Genieten in optima forma

Na de start bij Lough Inagh sleepte het lint met lopers zich door de prachtige omgeving van Connemara. De Meppelers Peter Nefkens en Cor Knipmeijer liepen iets meer dan 4 uur en 11 minuten. (Foto’s: Marietje Nefkens)
Mensen verklaarden ons voor gek, wezen naar hun voorhoofd en meenden dat we beter maar in Rotterdam konden beginnen. Maar we zijn eigenwijs en avontuurlijk, dus onze eerste marathon werd niet die van Rotterdam (begin april), maar in het prachtige ruige Connemara aan de Atlantische kust in Ierland. Zo’n eerste marathon moet speciaal zijn en dat werd het.

Cor Knipmeijer en ondergetekende, allebei jonge veertigers uit Meppel en lid van atletiekvereniging McDonald’s de Sprinter, liepen zondag in wat wel ‘de hel van het westen’ genoemd wordt in Ierland. Dat hebben we geweten: geen meter van de in totaal 42.195 meters is daar vlak, regen en wind joegen ons om de oren en in het tweede deel van de wedstrijd moesten twee steile beklimmingen van enkele mijlen lang bedwongen worden, waarbij met name de laatste er in hakte. Maandagavond bij thuiskomst bleek dat deze puist de 31-jarige website-ontwikkelaar  Frank Haines uit Londen fataal was geworden. Deze deelnemer van de halve marathon stortte daar ter aarde en overleed; reanimatie mocht niet baten. Het gebeurt wel vaker, maar zet je altijd weer aan het denken of lopen wel zo gezond is. Wat ons betreft wel degelijk, maar een goede voorbereiding en training is een absolute must.
Het is wel een mooi verhaal van de twee voormalige 100 meterlopers die het snelle werk verruilden voor de langere duur. Juist bij het Boom Running Team pakten we in juli vorig jaar de gezamenlijke trainingen weer op. De McDonald’s Reest halve marathon was het doel, maar daarna werd een nieuwe uitdaging gezocht: Connemara. En zondag was het dan zover met een stevige wind en fikse regenbuien zetten we in op een gelijkmatige race. Van de 500 marathonlopers zette het grootste aantal er direct na de start bij Lough Inagh, waar geen startstreep nodig was, de sokken in. ‘Die vegen we straks wel weer op’, sprak ik nog dapper tegen Cor. Ruige heuvels, fraaie vergezichten, stenen muurtjes en veel schapen bepaalden het beeld. Het was genieten in optima forma, ook onze hoofddoelstelling. Vooral genieten, de eindtijd was zeker met zo’n eerste marathon niet zo belangrijk.

Het eerste deel van de race met de wind in de rug liep soepel, maar wel gevaarlijk om niet te snel te gaan. Daarna rechtsaf en langs de boorden van het enige fjord van Ierland, Killary Harbour richting Leenaun alwaar het echte werk begon en de 1.500 deelnemers aan de halve marathon aansloten. De kerk langs de route met het bord ‘Stop and pray’ lieten we maar aan ons voorbijgaan. ‘Dat bidden hebben we wel nodig’, riep een Ier voor ons nog. En dan de klim over 1,6 mijl naar Culliagh More, de eerste echte kuitenbijters in een prachtig decor van groene heuvels en schapen met een lik rode of blauwe verf op de vacht. Connemara is echt prachtig, maar we hadden er steeds minder oog voor.
Na dik 2,5 uur lopen begonnen kuiten en hamstrings op te spelen, maar gek genoeg niet tot vervelens toe. Na het onheilspellende graveyard ging het met pieken en dalen terug naar 14 meter, alvorens er over een afstand van 2,3 mijl geklommen diende te worden naar een hoogte van zo’n 100 meter. En inderdaad kwam de voorspelling dat we nogal wat deelnemers op zouden vegen keurig uit: het loon voor een goede indeling van de race. Veel marathonlopers konden alleen nog maar wandelen en stonden haast stil, terwijl wij in  rustige tred klommen. Vlak voor de top liet de knie Cor even in de steek, maar hij begon ook aan een razende afdaling naar Maam Cross, waar de meet was gelegd. De ‘Hel of the West’ was bedwongen en zo’n twintig meter voor Cor kwam ik in een versgeperste eindsprint in 4 uur, 11 minuten en 10 seconden over de streep. Geen man met de hamer gezien; toch een beetje erg trots lieten we ons een goudkleurige medaille omhangen.


Voor organisator Ray O’Connor doemt nu het probleem op waar menige organisator van loopevenementen in Nederland mee kampt: het aantal deelnemers wordt te groot. ‘We hadden nu 2.300 aanmeldingen, maar kunnen 2.000 lopers bergen’, zei pr-dame Angela Geraghthy vooraf. ‘We hopen dat die driehonderd niet op komen dagen. En we hebben een wachtlijst van 1.000 lopers.’
Voor volgend jaar wordt de wedstrijd weer over twee dagen uitgesmeerd: zaterdag de marathon en zondag de halve. Vooral om de Ieren tegemoet te komen, want O’Connor en zijn team ziet het liefst deelnemers vanuit het buitenland. Dat heeft alles te maken met de hoofdsponsor: Failte Ireland, het Iers Toeristisch bureau dat meer toeristen naar Connemara wil trekken. De eerste boekingen voor 2007 zijn alweer binnen, maar of Cor en ik daarbij zijn, valt te betwijfelen. Er zijn nog zoveel meer mooie en speciale marathons. Spitsbergen of Malta bijvoorbeeld. (Zie: www.connemarathon.com)